DagDag 1-3
DagDag 4-5
DagDag 6-7
DagDag 8-9
DagDag 10-11
DagDag 12-13
DagDag 14
DagDag 15-16
DagDag 17-18
DagDag 19
DagDag 20
DagDag 21
DagDag 22-23
DageindDag 24-25

VorigeStartpagina

Aan de Minija (Maandag 1 augustus)

We blijken eigenlijk op een heel mooi plekje te zitten. Het terrein ligt naast het riviertje de Minija, dat in een dalletje van een meter of 7 diep ligt. Het riviertje oogt klein en vriendelijk, maar op foto’s in het appartement zien we dat het water in de winter flink kan stijgen, het dal kan dan tot aan de rand vol staan. hangbrugOver het dalletje is een echte hangbrug gespannen. Een avontuurlijke hangbrug, want als je erover heen loopt moet je goed op de losse planken letten! Op het terrein zijn een paar merkwaardige stenen beelden te vinden, die blijken te zijn gemaakt door de vader van de eigenaar.
We hoeven vandaag niets, dus dat wordt wat lezen, spelletjes doen en luieren. Veerle en Bart zitten veel in de rivier, waar ze een soort schepnet vinden (gemaakt van een oude kous) en daarmee steeds grotere visjes weten te vangen.

’ s Middags wil Otto er toch even op uit, nu eens zonder bagage en zonder gezelschap. Het tochtje gaat naar het westen, naar de kust van het Koerlandse Haf, met zicht op de zandduinen van de Neringas, het schiereiland dat het Haf afsluit. Als we meer tijd hadden gehad, waren we van Siluté naar het westen gereden, naar het vogelreservaat bij Vente en waren we overgevaren naar de Neringas om zo naar Klaipeda te gaan. Helaas ontbreekt de tijd. Priekulé ligt relatief hoog (zo’n meter of 20 boven zeeniveau) en vanaf de weg heb je een mooi uitzicht op het schiereilend. Het kustgebied darentegen is laaggelegen en zeer vlak, doorsneden door rechte kanalen. Je waant je in een hollandse polder, zij het dat de velden duidelijk minder aangeharkt zijn. Op de terugweg ziet Otto twee fietsers langs de weg zitten, met twee kleine kinderen, inclusief fietskar en aanhangfiets. Dat moeten wel Nederlanders zijn en dat blijkt inderdaad te kloppen. Zij trekken door het kustgebied van Litouwen en Letland en ook met kleine kinderen blijkt dat prima te doen.

vlakland

Na een rustige dag gaan we niet al te vroeg naar bed. Het is immers onze laatste nacht in Litouwen.


Foto! Taart! (Dinsdag 2 augustus)

Onze laatste dag in Litouwen. We moeten aan het eind van de middag bij de boot zijn, dus we hebben alle tijd. Het eerste deel van de route fietsen we op de vluchtstrook van de vierbaansweg, die hier gelukkig niet al te druk is. Na drie kwartier bereiken we de buitenwijken van Klaipeda, maar om het centrum van de stad te bereiken hebben we nog meer dan een half uur meer nodig. Klaipeda is een langgerekte stad en we komen precies aan de verkeerde kant de stad in. De tocht voert via drukke stadwegen door weinig inspirerende flatwijken. Het valt ons wel op dat de flats weliswaar groot en lelijk zijn, maar dat ze wel een verfje hebben gekregen. Dat is toch een verschil met de grauwe wijken in Poolse steden. Ook blijkt bij zowat iedere kruising van betekenis een flinke dan wel een enorm grote supermarkt te zijn gevestigd, ook dat is een duidelijk verschil met de Poolse steden die we hebben gezien. Hoe al die supermarkten de concurrentie volhouden is ons een raadsel.

Uiteindelijk komen we dan toch in het centrum en parkeren onze fietsen voor het oude zeilschip dat je op alle ansichtkaarten van Klaipeda tegenkomt. Foto! We hebben het gehaald! klaipedaDaarna vieren we onze aankomst met taart op een nabijgelegen terras. Klaipeda blijkt een wat rommelige stad zonder echte monumentale hoogtepunten. Kaunas is mooier. Wel zie je in Klaipeda nog sporen van de periode toen het onder de naam Memel een buitenpost was van het Duitse keizerrijk. We besluiten de groep te splitsen. Bart en Otto willen nog een echt Litouws station zien, maar Marja en Veerle gaan liever winkels kijken.

Het station van Klaipeda, de derde stad van Litouwen, is niet erg druk te noemen. Het aantal personentreinen per dag kan je ongeveer op de vingers van twee handen tellen. Maar zoals altijd klopt het gevoel voor treintiming van Otto en Bart: binnen een kwartier komt de trein uit Sint-Petersbrug binnen, een voor Litouwse begrippen flinke sneltrein. Wat opvalt is dat iedere wagon blijkbaar een eigen begeleidster heeft, die –onder andere- de passagiers helpt met uitstappen. Wat wel nodig is, want het is een flink hoge uitstap. Wat ook opvalt is dat een bagagecompartiment ontbreekt, het meenemen van fietsen met deze trein zou niet makkelijk zijn geweest.

poslitNadat we elkaar na enig zoeken weer hebben teruggevonden, eten we (weer eens) soep op een terras aan het Teatro-aiksté (Theaterplein). Op het plein staat een verzameling kraampjes met barnsteen en anderen waren speciaal voor toeristen. Het leukste kraampje wordt echter gerund door drie kinderen van de kunstenares Loreta Lygnugaryte-Znkeviciene. Zij verkopen foto’s, ansichtkaarten en posters van mozaïeken en objecten die zij van aangespoelde stenen op het strand hebben gemaakt. Erg de moeite waard. Behalve de kaarten kopen we een paar stukjes barnsteen, inclusief ingesloten insekt, want Litouwen doorkruisen en dan zonder barnsteen vertrekken dat kan natuurlijk niet. Het is wel zoeken naar mooie en niet te dure stukken, want wat kunnen ze verschrikkelijk lelijke dingen van dat barnsteen maken! We zijn nu qua shoppen door het dolle heen en slaan ook nog even onze slag in een soort designwinkel: voor Otto een t-shirt dat de plaats van Litouwen in de wereld aangeeft, een fotoboekje en in een andere winkel nog een klein flesje appelwodka.

Dan is het tijd om naar de boot te fietsen, wat ons nog een klein uur zal kosten, omdat de terminal helemaal aan de zuidkant van Klaipeda ligt. Het inchecken kost enige tijd en moeite. Aan het loket blijkt voor ons een Duits echtpaar te staan, dat op vakantie was met auto en caravan. ’s Nachts is de auto gestolen en nu proberen ze een terugreis te regelen voor alleen de caravan. Wat natuurlijk niet meevalt. Voorzien van instapkaarten fietsen we over het haventerrein naar de boot. Maar daar mogen we niet op. We moeten eerst doauneformulieren hebben voor onze fietsen, inclusief stempels, en die moeten we bij een onduidelijk kantoortje elders op het terrein halen. Want zonder formulieren zullen we in Kiel beslist problemen krijgen, zo wordt ons bezworen (de volgende dag zal in Kiel in het geheel niet naar formulieren worden gevraagd).

bootMaar goed, na de verschillende omzwervingen zijn we toch nog ruim op tijd op de boot. Als we de trap naar het bovendek op lopen, roept een jongetje van Barts leeftijd: “Kijk papa, die mensen heben we ook gezien op de camping in Polen!” En inderdaad, zij blijken op de camping in Pakosc te hebben gestaan toen wij er ook waren. Zij –met auto en tent- waren ons niet zo opgevallen maar wij –met fietsen en fietskar- hun wel. Met als gevolg dat Bart een nieuw vriendje heeft en wij aangename gesprekspartners om vakantie-ervaringen mee uit te wisselen.

Tegen zessen vertrekt de boot. We kunnen nog éénmaal een blik op Klaipeda werpen, de boot vaart van zuid naar noord de rivier af en zo de hele stad langs. Als we op open zee komen, gaan we naar de eetzaal. En terwijl we de dag afsluiten met het diner, verdwijnt Litouwen achter de horizon.

VorigeBegin

 

© Otto Cox 2005/6