DagDag 1-3
DagDag 4-5
DagDag 6-7
DagDag 8-9
DagDag 10-11
DagDag 12-13
DagDag 14
DagDag 15-16
DagDag 17-18
DagDag 19
DagDag 20
DagDag 21
DagDag 22-23
DageindDag 24-25

VorigeStartpaginaVolgende

Angst voor de alarmcentrale (Vrijdag 29 juli)

We zijn niet zo snel op pad als we zouden willen. Drie van de vier hebben goed geslapen, maar Veerle niet. Ze heeft last van haar maag gehad. Waarschijnlijk iets verkeerds gegeten in het restaurant. Hoewel dat vreemd is, omdat zij hetzelfde at als Otto, en die heeft nergens last van.
Het is mooi weer. We steken met enige spijt de rivier de Neris over, we hadden nog wel iets langer in Kaunas willen blijven, maar we hebben ervoor gekozen langs de Nemunas naar Klaipeda te fietsen en om dat zonder al te veel stress te doen kunnen we beter vandaag op pad. De uitvalsweg Kaunas uit is opnieuw een drukke, weinig aangename weg, al zijn we er deze keer beter op voorbereid. vilkijaTot Vilkija blijft de weg druk, en er zitten ook een paar venijnige klimmetjes is. Type Grebbeberg, en dan nog net iets langer. Er zijn trouwens verschillende stukken waar het Litouwse landschap op dat van Nederland lijkt, zowel de weidse als de meer heuvelachtige gebieden. Het ziet er erg europees uit, je hebt eigenlijk niet het idee dat je in een voormalig stuk Sowjet-Unie rijdt.

Bovenaan een van de heuvels vindt Otto dat de fietskar zich anders gedraagt dan anders. Bij controle blijkt dat de verbinding tussen kar en trekstang meer speling heeft dan voorheen. Zou het metaal van de stang aan het scheuren zijn? We krijgen visioenen van alarmcentrales en noodoplossingen, want een gebroken trekstang kunnen we niet zelf repareren en wat moeten we dan met de kar en wat daarin zit? We durven de stang niet los te halen van de kar, want als er echt een scheur zit en hij breekt hier in the middle of nowhere zijn we letterlijk erg ver van huis. We laden zoveel mogelijk van de zwaardere bagage uit de kar op onze fietsen en heel voorzichtig rijden we naar het volgende dorp. Gelukkig is daar een garage met werkplaats. Met handen en voeten maken we duidelijk wat het probleem is en al gauw staat er een groepje monteurs belangstellend naar de fietskar te kijken. Voorzichtig wordt de stang losgehaald en tot onze opluchting is hij niet gebroken. Er is eigenlijk zelfs helemaal niets aan de hand met de stang of de kar. We zetten de stang weer stevig vast en de resterende speling nemen we voor lief. Opgelucht en ook een beetje beschaamd nemen we afscheid van de monteurs. Van betaling willen ze niets weten, ze hebben nu toch al een goed verhaal voor vanavond in de kroeg!

njemenNa Vilkija hebben we regelmatig zicht op de rivier. Vroeger was dit een belangrijke handelsroute. Maar nu is ook hier geen scheepvaartverkeer te bekennen.
Het mooie weer verandert in erg warm weer en de tocht wordt erg zwaar. Er is namelijk geen schaduw te bekennen langs de weg, het lijkt wel of ze alle bomen aan weerszijden van de weg zorgvuldig hebben verwijderd. Ook al is het op zich een bosrijk gebied. We benutten bushokjes en andere zeer schaarse schaduwplekjes voor pauzes, maar het blijft zwaar. Vooral Marja heeft het moeilijk. Bij een benzinestation annex café kunnen we in de schaduw wat drinken. Het kasteel van Panemune, één van de belangrijkste attracties van de streek, laten we rechts liggen. We zijn te warm en willen een kampeerplek. In het volgende dorp, Skirsnemune, doen we inkopen en proberen in de buitenwijk te vragen naar een kampeerplek. Dat blijkt onverwacht een probleem, want er is niemand thuis. Waar is iedereen? Is het misschien tijd voor een kerkdienst? We gaan een dorp verder, maar daar vinden we ook geen goede plek. Nog een dorpje verder zien we een bruikbare boomgaard. Het huisje erbij wordt bewoond door drie generaties vrouwen, die ons voorzien van een teil water waarmee we onze verhitte lijven wat mee kunnen afkoelen.

VorigeBeginVolgende

 

© Otto Cox 2005/6