|
Angst voor de alarmcentrale (Vrijdag 29 juli)We zijn niet zo snel op pad als we zouden willen. Drie van de vier hebben
goed geslapen, maar Veerle niet. Ze heeft last van haar maag gehad. Waarschijnlijk
iets verkeerds gegeten in het restaurant. Hoewel dat vreemd is, omdat zij
hetzelfde at als Otto, en die heeft nergens last van. Bovenaan een van de heuvels vindt Otto dat de fietskar zich anders gedraagt dan anders. Bij controle blijkt dat de verbinding tussen kar en trekstang meer speling heeft dan voorheen. Zou het metaal van de stang aan het scheuren zijn? We krijgen visioenen van alarmcentrales en noodoplossingen, want een gebroken trekstang kunnen we niet zelf repareren en wat moeten we dan met de kar en wat daarin zit? We durven de stang niet los te halen van de kar, want als er echt een scheur zit en hij breekt hier in the middle of nowhere zijn we letterlijk erg ver van huis. We laden zoveel mogelijk van de zwaardere bagage uit de kar op onze fietsen en heel voorzichtig rijden we naar het volgende dorp. Gelukkig is daar een garage met werkplaats. Met handen en voeten maken we duidelijk wat het probleem is en al gauw staat er een groepje monteurs belangstellend naar de fietskar te kijken. Voorzichtig wordt de stang losgehaald en tot onze opluchting is hij niet gebroken. Er is eigenlijk zelfs helemaal niets aan de hand met de stang of de kar. We zetten de stang weer stevig vast en de resterende speling nemen we voor lief. Opgelucht en ook een beetje beschaamd nemen we afscheid van de monteurs. Van betaling willen ze niets weten, ze hebben nu toch al een goed verhaal voor vanavond in de kroeg!
Na Vilkija hebben we regelmatig zicht op de rivier. Vroeger was dit een
belangrijke handelsroute. Maar nu is ook hier geen scheepvaartverkeer
te bekennen.
© Otto Cox 2005/6 |